In de Gietwals-installatie wordt de gietpan met het vloeibare staal in een soort wisselaar gezet met een halkraan.
Deze laat het staal lopen in een mal, waarin het staal wordt gevormd.
Om alles zonder onderbrekingen te laten verlopen, worden twee gietpannen om de beurt gebruikt; als de ene wordt gevuld, is de andere bezig met gieten.
Na een bepaalde lengte, die ingesteld kan worden, wordt de hete stroom staal 'gesneden'.
Een overkapte rollenbaan, die als ook een soort oven fungeert transporteert het staal naar de walsmachine.
Deze geavanceerde walsen maken het staal tot de gewenste dikte.
De kwaliteit van de plaat staal wordt aan een keuring onderworpen door een keurmeester.
Als de kwaliteit is vastgesteld wordt de boel opgerold tot rollen en getransporteerd naar de opslagen.
Hier worden de rollen met een brugkraan door een groot waterbad gehaald, om sneller af te koelen.
Tenslotte worden de rollen op speciale jukken gezet ter afvoer naar de opslagruimtes en verdere bewerking.