Grote stukken rijk ijzererts zijn direct te gebruiken in de hoogoven, maar veel van het ijzererts dat wordt aangevoerd, is armer en vaak ook nog fijn stof. In deze toestand is het erg moeilijk het te handelen zonder stofwolken te veroorzaken dat verspillend en milieuvervuilend werkt. Er bestaan op het Corus-terrein in IJmuiden twee manieren om dit probleem op te lossen. |
Allereerst bestaat er de pelletfabriek. Ertsen die niet rijk zijn aan ijzer worden vermalen tot poeder, zodat vervuilingen verwijderd kunnen worden. |
Het overblijvende ijzerrijke poeder wordt gerold tot ballen en gebakken in een oven om keiharde knikkers te verkrijgen. Deze zogenoemde pellets bevatten 60% tot 65% ijzer. |
Hier krijg je ongeveer een idee, hoe groot pellets zijn. |
Ten tweede is er de sinterfabriek. Deze maakt bakt grote stukken sinter die veel gemakkelijker te behandelen zijn. |
Omdat alles nogal stof kan doen opwaaien is zoveel mogelijk afgeschermd met behuizingen. |
Sinter wordt gemaakt van fijn ijzererts, fijn kooks en gemalen kalksteen. Een mix van deze stoffen wordt in een oven verhit zodat het resultaat een groffer materiaal wordt, dat zo in de hoogovens gebruikt kan worden. |
Dit wordt met lopende banden verder gestuurd naar kooksopslagen. |